door Aletta Wubben
Mijn zoon Felix van tien komt mokkend uit school. Met een score van 85 is hij weer niet boven het gemiddelde uitgekomen tijdens de tempotoets rekenen. “Ik kan die sommetjes best wel, mam. Maar als het zo snel moet dan lukt het niet meer.” Een testje wijst uit dat Felix de sommetjes inderdaad kent. Hij heeft vooral last van de opgelegde tijdsdruk. Hierdoor wordt hij traag in zijn denken. Als de druk erg hoog is kan hij zelfs helemaal blokkeren.
Samen verzinnen we een beeld waardoor Felix ontspannen blijft en plezier beleeft aan het rekenen. Het wordt een soepele tijger die het leuk vindt om zalmen uit een riviertje te vissen. Hiervoor hoeft hij alleen maar uit te halen met zijn poot. Natuurlijk staan de zalmen voor de sommetjes en symboliseert de rivier de tijd die doortikt.
Felix vind het een grappig plaatje. Hij ontspant zich en stelt zich het tafereel voor. De toets die we daarna doen, levert een score op van 112. Goed voor een vreugdedansje door de kamer. De dinsdag daarop krijgt hij de toets op school. Voordat hij begint denkt hij aan de vissende tijger, met als resultaat: een score van 128. Een verbetering van 49 procent ten opzichte van zijn gebruikelijke score. We zijn er allebei van onder de indruk.
Deze ervaring stemt tot nadenken. Als mijn zoon zoveel beter presteert door het ontspannen van zijn geest, dan geldt dat natuurlijk ook voor mijzelf en voor wetenschappers die de hele dag met hun hoofd bezig zijn. Ergens is het logisch dat je concentratie en creativiteit verbeteren door ontspanning.
Ik besluit om maar eens een kopje thee te zetten en filosofeer nog wat over studenten die voorafgaand aan hun tentamen een geleide fantasie krijgen. Hoogleraren die mediteren op een inspirerende intreerede. Promovendi die training krijgen in het ontspannen van hun geest, waardoor ze minder tijd verspillen aan vruchteloos gepieker…
Misschien maar wat dichter bij huis beginnen en iedere dag poosje uit het raam staren. Wie weet wat voor creatieve ideeën daar nog uit voortvloeien.