Terug naar overzicht
Boos worden... mag dat?
Het moet wel heel gek worden, wil ik uit mijn slof schieten. Toch gebeurde het mij laatst, tijdens een driegesprek met een leidinggevende en mijn coachee. Tijdens zo’n gesprek bespreken we leerdoelen voor het coachingstraject. De leidinggevende, een hoogleraar die ik maar even Dick noem, had mij de avond tevoren nog gemaild. Het leek hem niet zo zinvol om bij het gesprek aanwezig te zijn. Na enige uitleg over de nuttige bijdrage die hij als leidinggevende zou kunnen leveren, stemde Dick alsnog in met het driegesprek.
Wanneer ik de volgende ochtend binnenkom, lijkt Dick mij niet te kennen. Ook niet als ik hem vertel dat ik hem als eens eerder uitgebreid heb gesproken. Dit was een zeer persoonlijk gesprek van 2 uur. Verrassend. Niet alleen vanwege het diepgaande contact maar ook omdat mijn lengte van 1.88 m vaak een onuitwisbare indruk maakt. Maar vooruit. Mijn geheugen laat het ook wel eens afweten.
Na deze ijsbreker doet zich echter nog iets opmerkelijks voor. Dick heeft geen idee wat de bedoeling is van het gesprek. Ik vraag mij af of ik de vorige avond met een dubbelganger heb gemaild? Als ik het vervolgens nog een keer wil uitleggen, mag ik de introductie overslaan. Dick komt liever meteen ‘to the point’. Vermoeiend. Hier wordt het, mij inmiddels bekende, spel gespeeld om te kijken wie er overeind blijft. Er zijn dagen dat ik mijn mouwen opstroop en er eens voor ga zitten. Maar vandaag heb ik mijn dag niet.
Mijn cliënt begint te ratelen en Dick kan het niet laten om overal vraagtekens bij te zetten en flauwe grapjes te maken. Na een uur zijn we nog niet veel verder gekomen. Tevergeefs herinner ik Dick aan zijn wens om toch vooral to the point te komen. Dan gebeurt er iets wat mijzelf verrast. Mijn geduld is op. Ik heb hier gewoon geen zin in. Terwijl ik mijn spullen pak, sis ik dat ik nog wel meer te doen heb vandaag en dat ik graag hoor welke leerdoelen de heren hebben bedacht.
Buiten schijnt de zon en de ergernis slaat om in twijfel. Was dit nu wel professioneel? Veel mensen zullen vinden van niet. Het is een wijdverspreide mening dat boosheid niet thuishoort op de werkvloer.
Dezelfde avond krijg ik een mailtje van Dick. Hij had het niet zo bedoeld en zeker niet de indruk willen wekken dat hij het coachingstraject van zijn medewerker niet belangrijk vond. Ik geloof hem. Voor deze hoogleraar is het praten over dingen die zo persoonlijk zijn onbekend, en daardoor ongemakkelijk.
Doordat ik mijzelf heb laten zien met mijn grenzen, kwam hij uiteindelijk ook tevoorschijn met zijn ongemak. Boos worden kan best professioneel zijn.
Aletta Wubben